10-ball
Deze spelsoort lijkt veel op 9-ball, maar wordt er met 10 ballen gespeeld en moet je van te voren aangeven bij iedere bal in welke pocket deze gespeeld wordt. Deze variant is moeilijker dan 9-ball en daarom ook populairder bij professionele spelers.
Een van de grootste verschillen met 9 ball is dat een combinatieschot (combo) op de 10-bal niet leidt tot winst van het rack. De 10-bal komt dan terug op de spot en het spel gaat verder, de laagst genummerde bal moet weer aangespeeld worden.
Daarnaast bestaat er de regel dat wanneer een speler per ongeluk een bal pot terwijl de bal die werd gecalled niet wordt gepot, de tegenstander mag kiezen of deze het shot aanneemt of de speler die bal per ongeluk heeft gepot liever zelf door laat gaan (dit kan interessant zijn wanneer de bal safe komt te liggen).
In het kort
- Bij een fout krijgt de andere speler ball-in-hand
- Bij 10-ball moet de speler van te voren een pocket aanwijzen
- Wanneer de 10-ball en de witte bal gepot worden gaat de 10-ball terug op de stip en heeft de tegenspeler ball in hand
- Je moet altijd de laagst genummerde bal als eerste raken

Spelopbouw
Je rackt de tien ballen in de vorm van een driehoek, waarbij de 1-ball als eerste bal op de stip komt, en de 10-ball in het midden. De rest van de ballen worden willekeurig neergelegd.
De afstoot
De beginspeler wordt bepaald middels tossen, en moet de witte stootbal achter of op de lijn plaatsen en afstoten. Een geldig breakshot moet voldoen aan: Eén of meerdere ballen potten, of minimaal vier ballen moeten een band raken. Wanneer een team een bal op de juiste manier heeft gepot na de afstoot mag diegene verder gaan door de laagst genummerde bal te raken. Wordt de 10-ball wordt gepot tijdens de afstoot, gaat deze terug op de stip. Wanneer de witte bal tijdens de afstoot wordt gepot geldt ball-in-hand.
De rest van het spel
Wanneer een geldige afstoot is gespeeld mag je kiezen om door te spelen, of een push-out te spelen. Wanneer je kiest om een push-out te spelen moet je dit van te voren aankondigen. Bij een push-out hoeft de witte bal geen andere bal of band te raken. Na een push-out is de ander aan de beurt, en deze mag kiezen het rack te spelen of de speler die de push out speelde zelf te laten spelen. Bij 10-ball zijn combinatieschoten toegestaan, wat betekent dat je met de laagst genummerde bal een andere bal of zelfs de 10-ball mag potten.
Safety
Met uitzondering van de break kan de speler bij elk shot in het spel “safety” callen, waarbij hij na legaal contact met de objectbal zijn beurt beëindigt. Echter, indien de speler hierbij de betreffende objectbal pot, heeft de inkomende speler de keuze om de tafel te accepteren en verder te spelen of de beurt terug te geven aan zijn tegenstander (zie 5.7 Verkeerd gemaakte objectballen).
Verkeerd gepotte ballen
Indien een speler het door hem gecallde shot mist, maar wel een objectbal pot, mag de tegenstander kiezen of deze het shot aanneemt of de speler die bal per ongeluk heeft gepot liever zelf door laat gaan (dit kan interessant zijn wanneer de bal safe komt te liggen).
Fouten resulteert in ball-in-hand wanneer:
- Een verkeerde bal als eerste raakt
- Iemand een bal van tafel speelt
- Na balcontact er geen band geraakt wordt
- Ballen aanraken met iets anders dan de pomerans van de keu
- Geen bal geraakt wordt
Het team wat als eerste de 10-ball op de juiste manier weet te potten heeft gewonnen. Wanneer iemand de 10-ball op een niet-juiste manier weet te potten gaat deze terug op de stip.